Albertus van Delden ( 1828-1898)

“Geen bloemen op lijk, lijkkist of lijkwagen; - geen redevoeringen bij de begrafenis, binnen- of buitenshuis, in woning of op de begraafplaats, - aldus heeft de deze week ontslapen staatsman, wiens portret hiernevens staat, reeds in April van het jaar 1896 zijne nabestaanden in een uitstersten wil verzocht.” 1)

Kamerlid, minister, wethouder

Van Delden was gedurende meer dan 30 jaar lid van de Tweede Kamer en van 1872 tot 1874 Minister van Financiën in het kabinet de Vries/Fransen van der Putte. Hij was ook 8 jaar wethouder Financiën in Deventer. In zijn korte tijd als minister bereikte hij dat er een evenwicht op de begroting ontstond tussen inkomsten en uitgaven. Bovendien verhoogde hij de uitgaven voor de aanleg van spoorwegen, waterstaatswerken en publieke werken. Het kabinet waarin hij zitting had wist een wijziging van de Vestingwet te bewerkstelligen. De vestingwerken rond de steden, o.a. Deventer konden nu worden afgebroken en er kon vanaf toen stadsuitbreiding worden gerealiseerd. 4) Onder dit kabinet werd ook de koloniale Atjeh-oorlog begonnen.

Familie van Delden

Albertus van Delden was een zoon van Steven van Delden. Ook zijn vader was wethouder in Deventer en vervulde de functie van schoolopziener. In sommige bronnen wordt zijn vader aangeduid als rentenier. De van Deldens waren zeker niet onbemiddeld. De familie was al sinds de 16e eeuw gevestigd in Deventer en hield zich aanvankelijk bezig met de linnenhandel.

“Er ging van Van Delden iets patriarchaals uit; van zijn in hare eenvoud imponeerende figuur, van zijn woord, zijn manier van doen, van zijn huiselijk leven, ondanks het feit dat hij nimmer gehuwd is geweest.” 1) Hij woonde vele jaren met zijn eveneens ongehuwde zus Catherina aan de Sandrasteeg nr. 4. Hiernaast een foto van waarschijnlijk Catharina in een verklede pose.

Doopsgezind

Albert behoorde tot een familie die de Doopsgezinde richting aanhingen. Lange tijd waren deze families van Mennonieten/Menisten uitgesloten van overheidsfuncties. Na de Franse Revolutie kwam daar verandering in. Albert is daarvan een lichtend voorbeeld.

“Hij was een man van karakter, recht op zijn doel afgaand, wars van zijwegen, ook al konden zij hem tot het doel leiden; hij was een type van den onkreukbaren Menist. Juist dit Menist-zijn maakte Van Delden ; het maakte zijn fiere eigenschappen en zijn kleine zwakheidjes…”

Bronnen:

1. A. van Delden, artikel in de Huisvriend van 12 november 1898, nr. 2 blz. 14

2. Mr. A. van Delden , Parlement.com

3. Wie is wie in Overijssel, Albert van Delden ; C. Hogensteijn

4. Aan knellende banden ontworsteld, de stedenbouwkundige ontwikkeling van Deventer in de 19e eeuw.

Pentekening van het Kabinet de Vries/Fransen van der Putte; van Delden uiterst rechts

Grafnummer 380